Met deze akte uit 4 juli 1322 regelt Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, definitief de rechtspraak en het bestuur van de stad Schoonhoven. Vanaf deze datum is Schoonhoven een zelfstandige stad. De schepenen van Schoonhoven krijgen meer bevoegdheden. Voortaan zijn hun vonnissen juridisch bindend. Ook krijgen ze een deel van alle boetes die ze met hun vonnissen kunnen opleggen. Daarnaast mogen ze zaken in de hoge rechtspraak behandelen, zoals doodslag en andere misdrijven. Bovendien mogen de zittende schepenen de heer Van Beaumont en de baljuw adviseren voor de verkiezing van nieuwe schepenen.
Het belangrijkste recht dat in deze akte wordt gegeven, is het keurrecht, Dit wordt als volgt geformuleerd:*
'Voert so wat koeren dat onse baeliu of onse ghewarde rechter leghet bi onsen seven scepene ende onsen tueen raden vast ende ghestade te bliven ont ment verlegghen of verbeteren wil. '
Hertaald: 'Voorts zullen de keuren die onze baljuw, of onze gewaarde [officieel aangestelde] rechter, vaststelt met onze zeven schepenen en onze twee raden, vast en onverbrekelijk blijven, totdat men ze wil afschaffen of verbeteren.
De stad mag voortaan zelf keuren uitvaardigen. Hiermee krijgt Schoonhoven de bevoegdheid om zelf wetten de maken en een overheid te zijn.
* Ontleend aan: Piet Niestadt en René Kappers (red.), Het leven in Schoonhoven. De geschiedenis van het bestuur van de stad (Schoonhoven, 2014) 13, 31-33