Eén van de redenen waarom Gouda tijdens de Opstand de kant van Willem van Oranje kiest, is dat men bang is dat het kasteel van Gouda een vestiging wordt van de Spanjaarden. Tot 1572 is het kasteel niet in handen van de Spanjaarden, maar zetelt er wel een pro-Spaanse kastelein, zijn naam is Cornelis van der Mijlen. Deze man is niet van plan om 'zijn' kasteel weg te geven. Toch komt het zover. In 1572 arriveert namelijk Adriaen van Swieten met zijn geuzenleger. Na dreigementen vertrekt Van der Mijlen en kan Van Swieten zijn intrek nemen in het kasteel.
Het kasteel is vanaf 1572 dus in handen van de prinsgezinden. Aangezien de oorlog nog in volle gang is, geeft Willem van Oranje in 1575 toestemming om de stad Gouda beter te verdedigen door een bolwerk bij het kasteel te bouwen.
Bron: Abels e.a., Duizend jaar Gouda. Een stadsgeschiedenis (2002) 308-311.
Bij Verdieping vind je de transcriptie van deze bron.
